Het syndroom van Asperger: ‘een last of een kracht’?
Ben heeft zich altijd al een beetje ‘anders’ gevoeld. Een beetje. Soms een beetje meer. Hij begreep niet waarom hij op school zo vaak op de zijlijn van de speelplaats stond. Hij begreep evenmin waarom anderen zo vlot met elkaar omgingen, terwijl relaties voor hem een onoverzichtelijk kluwen waren van regels die om de haverklap leken te veranderen. Als iemand huilde, hoe wist je dan wat je moest doen? Troosten was de ene keer goed, de andere keer helemaal niet. En als er regels waren voor een spelletje, waarom veranderden ze die regels dan plots? En mocht hij plots niet meer meedoen als hij daar iets van zei? Waarom vond iedereen hem ‘moeilijk en lastig’?
Ben wou, zoals elk kind, erbij horen, meedoen, deel zijn van. En daarom keek en luisterde hij, observeerde hij andere kinderen. Hij leerde, heel snel. Hij bootste anderen na, in de hoop dat zijn gedrag zou ‘landen’. Soms lukte dat, soms niet. Uit elke situatie stak hij iets op en bouwde zo een gedrag op dat er min of meer mee door kon.
Het was vermoeiend voor Ben, de wereld. Hij voelde zich het best thuis, op zijn kamer, met zijn boeken en zijn computer. Daar was de wereld geordend en kwam hij tot rust.
Het leven echter, is meer dan boeken en computers. Ben hunkerde naar de meisjes, maar wist totaal niet hoe hij het aan boord moest leggen om een meisje te versieren. Hij probeerde de oplossingen te vinden in boeken, maar boeken vertellen nu eenmaal niet alles over het leven…
Toch lukte het Ben om zich te handhaven. Hij studeerde af aan de universiteit en werd een meester in zijn vak. Niet de gemakkelijkste om mee samen te werken, maar wel zo eerlijk als goud en ontzettend betrouwbaar. Hij kreeg vrienden. Het leven was goed zoals het was. Tot Ben de liefde van zijn leven ontmoette. Plots daagde het leven hem enorm uit. Een nieuwe wereld ging open.
Hij moest zich echter in die nieuwe wereld zien te handhaven. En op dat moment kwam het ‘anders zijn’ weer om de hoek loeren. Waarom waren die basisvaardigheden zo moeilijk? Telkens als hij dacht dat hij het begreep, kwam zijn vriendin weer met iets nieuws voor de dag, waardoor hij het spoor weer bijster was. Of zijn vriendin flipte voor dingen die voor hem de normaalste zaak van de wereld waren. Na veel zoeken, kreeg het ‘anders zijn’ een naam: het syndroom van Asperger.
Asperger is geen ziekte. Je wordt ermee geboren. Asperger wordt geclassificeerd binnen de autismespectrumstoornissen. Het komt voor bij mensen met een normale of hoge intelligentie. Bij mensen met Asperger is de ‘bedrading’ van de hersenen een beetje anders dan bij anderen. De informatieverwerking verloopt anders. Daar draait het om.
Informatieverwerking
Als wij informatie in onze hersenen binnenlaten, komt deze eerst in een filter terecht: wat is belangrijk en wat niet? Daarnaworden in onze hersenen tal van verbindingen gelegd, quasi gelijktijdig.
Bij iemand met het syndroom van Asperger loopt dit proces helemaal anders. Allereerst is er geen filter om belangrijk te onderscheiden van minder belangrijk. Vervolgens komt de informatie binnen in een ‘kleine ruimte’, om daar eerst deels verwerkt te worden, vooraleer ze naar een volgende ruimte kan gaan. De informatieverwerking gebeurt dus niet gelijktijdig zoals bij ons, maar stap voor stap. Vergelijk het met het volgende: je gaat te voet naar de winkel. Bij elke stap die je zet, moet je verwoorden wat er gebeurt. Energieverslindend, niet?
Mensen met Asperger hebben veel meer stappen in hun hoofd.
Wat is de context?
Wij gaan ervan uit dat iemand de context van een situatie spontaan aanvoelt en begrijpt. Als iemand voortdurend met zijn balpen zit te tikken en je zegt ‘mond dicht’ tegen die persoon, dan weten de meeste mensen dat ze moeten ophouden met tikken. Iemand met Asperger zal enkel zijn mond dicht doen en blijven tikken. Ze nemen de dingen letterlijk. Als je met iemand met Asperger in de auto zit en hem zegt ‘hier afdraaien’, waarbij je bedoelt ‘de eerstvolgende straat die al in het zicht ligt’, dan kan de persoon met Asperger letterlijk ‘hier’ afslaan en misschien een muur rammen.
Mensen met Asperger missen vaak het overzicht, waardoor ze de verbinding tussen handelingen niet altijd leggen, waardoor ze een grap niet vatten, waardoor ze bepaalde belangrijke elementen uit een situatie niet meenemen in hun redenering, enzovoort.
Details versus het geheel
Mensen met Asperger denken meestal ‘bottom up’. Ze zien eerst de details, dan het geheel. Zo kan het zijn dat iemand met Asperger niet kan beginnen lezen aan een tekst vooraleer alle punten en komma’s juist staan. Ze zien gehelen, maar vertraagd, net omdat ze zo lang bij de details stilstaan. En denken mechanisch, niet sociaal. En ze willen vooral begrijpen en hebben in eerste instantie minder oog voor het proces.
Overprikkeling
Doordat mensen met Asperger zoveel energie moeten besteden aan het verwerken van informatie, is er vaak ‘file’ in hun hoofd. Daarnaast zorgt gebrek aan overzicht vaak voor angst. Of is de vele ‘ruis’ binnen de communicatie soms even teveel. Angst, overprikkeling… uiten zich soms in ongewenst gedrag. Het ‘denkstuk’ valt uit en ze vervallen even in ‘oergedrag’: vechten, vluchten, verstijven. Vergelijk het met de kleuren van een verkeerslicht: als het licht groen is, laden mensen hun batterijen op. Is het rood, dan escaleert het. Het belangrijke stuk zit in het oranje: daar is iemand nog min of meer toegankelijk voor communicatie.
Inlevingsvermogen
Er wordt vaak gezegd dat mensen met Asperger en met autisme in het algemeen, een gebrek aan inlevingsvermogen hebben. Een zwaar etiket. Toch klopt dit niet. Mensen met Asperger hebben wel degelijk empathie, maar missen, zoals reeds gezegd, de context waardoor ze niet weten hoe deze empathie naar buiten te beleven. Als iemand verdriet toont, zullen ze vaak de oplossing bieden die voor hen zelf zou helpen. Wat de ander nodig heeft, dat ontgaat hen. Mensen met Asperger denken ‘van zich af’. Ze denken vanuit hun eigen perspectief. Ze zijn minder gericht op de bedoeling achter woorden, op nuances, op samenwerking, op compromissen of redelijkheid. Hun waarneming is gedetailleerd en feitelijk. Vaak zien ze maar één waarheid en dat is die van hen zelf. Hun denken kan heel zwart/wit zijn. Als er iets fout loopt ligt de oorzaak bij de anderen en zijn zij het slachtoffer, enzovoort. Hun denken is egocentrisch (is iets helemaal anders dan egoïstisch). Soms is hun gedrag narcistisch, al zijn ze in werkelijkheid het tegendeel van narcisten. Hun gedrag vertrekt vanuit iets helemaal anders dan narcisme.
Disharmonisch profiel
Bij mensen met het syndroom van Asperger is er een ‘storing’ in de rijping van de hersenen. Dat maakt hun persoonlijkheidsprofiel tot een regenboog van verschillende mentale leeftijden. Ze kunnen onvoorstelbaar intelligent zijn op één gebied, maar op een ander terrein kan hun ontwikkeling volkomen gestagneerd zijn. Dit kan het heel moeilijk maken. Deze disbalans kan spanningen veroorzaken met de omgeving en bijgevolg veel stress.
En nu? Asperger is aangeboren. Het is een feit. Persoonlijk hou ik niet zo van dat soort etiketten, die mensen vooral wijzen op wat niet kan. Binnen het denkmodel van de onmogelijkheden, voel ik mij niet thuis. Noem het eigenwijs, onorthodox of wat dan ook. Akkoord, aan het gegeven Asperger kan je niets veranderen. Wel aan hoe je ernaar kijkt en wat je ermee doet. Mensen met het syndroom van Asperger zitten boordevol capaciteiten, zoals elke mens. Waarom niet hiervan vertrekken?