Een goeie manier van omgaan met iemand die het syndroom van Asperger heeft!
Annelies hield van Ben. Enorm. Hij had wat veel mannen niet hebben. Hij was betrouwbaar en eerlijk als geen ander. Open. Recht door zee. Direct. Niet altijd leuk, maar je wist wat je eraan had. Puur. Gevoelig. Ontvankelijk voor een persoonlijk gesprek, iets wat veel vrouwen missen bij hun partner. Ben had iets van een ridder. En daar genoot Annelies van met volle teugen.
Niet dat alles koek en ei was tussen hen, helemaal niet. Het was wennen en dat vond Annelies normaal. Er was tijd nodig om te leren samenleven. Ze was te lang op haar eentje geweest om direct afstand te kunnen doen van allerlei kleine gewoontes en rituelen. Dat hoorde erbij. Toch wrong er af en toe iets bij Annelies. Het was maar een flits, een korte intuïtie meestal. Het was voorbij zonder dat ze het kon vatten. Af en toe werd ze bang. Bang om te stikken in die relatie. Ben was zo aanhankelijk. Waar zij was, was hij ook. Hij liep haar achterna, soms tot aan de deur van het toilet. En zelfs dan bleef hij voor die deur staan praten. Soms kon ze dingen niet vatten.
Ben kon kwaad worden als ze een glas in de vaatwasmachine vergat te zetten. Maar dan zag ze dat hij op zijn beurt constant de deuren van de kasten open liet staan. Ben was een eigenaardige combinatie van een onvoorstelbare perfectionist en een schijnbare chaoot. Meer en meer vroeg Annelies zich af: ‘waar ben ik? Ben ik nog mezelf in deze relatie?’ Die vraag klonk steeds luider in haar hoofd. Ze sprak ze ook uit tegen Ben. Dan zochten ze, om bepaalde dingen anders te doen, zodat het beter werd. Annelies merkte hoe Ben zich inspande hiervoor. Maar was hij nu zichzelf? Of paste hij zich alleen maar aan omdat ze iets had aangegeven?
Meer en meer dingen begonnen Annelies op te vallen. Ben was enerzijds ongelofelijk intelligent. Zij kon er niet aan tippen en voelde zich vaak oerdom naast hem. Anderzijds gaf Ben niet vaak aan wat hij wou. Hij stelde haar de vraag wat zij wilde en vertrok dan van haar antwoord om het zijne te formuleren. Een beetje raar, voor iemand die tegenover derden heel assertief kon zijn als het erop aankwam. Want dat kon Ben als de beste. Zijn rechtvaardigheidsgevoel was enorm sterk. Hij kon heel rechtlijnig zijn als mensen een fout hadden gemaakt of sjoemelden met regels en wetten.
Dan was hij niet te houden. Een voordeel enerzijds. Toch vroeg Annelies zich meer en meer af of een beetje meer begrip geen betere resultaten kon opleveren. Dat thema was echter zo goed als onbespreekbaar. Ben leek niet te snappen dat er aan elke situatie een geschiedenis verbonden is. Dat mensen een eigen persoonlijkheid hebben die soms om een specifieke aanpak vraagt. Dat mensen emotionele wezens zijn en dat je emoties niet zomaar kan uitschakelen. Ben kon dat wel. Hij had een knop in zijn hoofd. Zakelijk en emotioneel netjes uiteen gehaald. Terwijl Annelies al heel haar leven succes had, net omdàt ze het emotionele in mensen zo goed kon hanteren en begrijpen.
Het was steeds verwarrender voor Annelies. Ben bezat een grote overtuigingskracht. Ze begon te twijfelen aan de juistheid van haar normen en waarden, van haar aanpak. Moest zij veranderen? Was zij niet zo assertief als ze zelf dacht? Had ze een verkeerd beeld van zichzelf? Was Ben juist in zijn redeneringen? Het werd één groot kluwen van gedachten en emoties in het hoofd van Annelies. Ze moest steeds harder vechten om het gevoel zichzelf te zijn, te kunnen behouden. Ze begon zich bij momenten wanhopig te voelen. Waar was ze mee bezig? Was dit de man waarmee ze gelukkig kon zijn? Was dit de relatie waarmee ze door wilde gaan? Kon ze met deze man samenleven? Waar was haar kracht gebleven? Haar onafhankelijkheid? Waar waren haar waarden?
Het is eigen aan de mens dat, op momenten van wanhoop, vaak de grootste intuïties tevoorschijn komen. Zo ook bij Annelies. Er is iets mis met Ben. Dat kan niet anders. ‘Iets’ klopt niet in dit verhaal. Teveel ongerijmdheden. Superintelligent enerzijds. Kinderlijk anderzijds. Supergeordend enerzijds. Chaotisch anderzijds. Teveel tegenstrijdigheden in één mens. Wat was er met Ben aan de hand?
Annelies had een vermoeden. Ze ging op zoek. Eerst stilletjes, in haar eentje. En hoe meer ze zocht, hoe meer haar vermoeden bevestigd werd. Ze communiceerde het aan Ben, iets wat veel moed kostte. Ben schrok, maar was bereid om zich te laten testen. De diagnose klopte met haar vermoeden: het syndroom van Asperger.
Voor Ben een grote klap. Voor Annelies eerder een geruststelling. Nu had ze tenminste iets van houvast om Bens gedrag te duiden. Nu kon ze weer vooruit. Nu kon ze haar wanhoop omzetten in kracht. Nu kon ze gericht op zoek naar hulp en naar middelen om met dit probleem om te gaan.
Hoe ga je daar eigenlijk mee om, met een partner die het syndroom van Asperger heeft?
Informatieverwerking: stel één vraag en wacht
Annelies was een geduldig iemand. Toch verloor ze bij Ben vaak haar geduld. ‘Wat wil je straks drinken?’ Geen antwoord. ‘Schat, ik vroeg je wat je straks wil drinken!’ Geen antwoord. En dan barstte Annelies soms in woede uit. ‘Waarom kan hij nu niet eens gewoon antwoord geven?’
Nu besefte Annelies dat Ben op deze vraag niet KON antwoorden. ‘Straks’ heeft geen betekenis voor iemand met het syndroom van Asperger. Wanneer is straks? Binnen vijf minuten? Als we eten? Vanavond? Als ze echter had gevraagd: ‘schat, wat wil je drinken bij het middageten?’ dan had Ben wel kunnen antwoorden. Annelies had ook dan even moeten wachten. Aan iemand met Asperger een vraag stellen, betekent dat je even moet wachten op het antwoord. Direct een nieuwe vraag stellen of dezelfde vraag opnieuw stellen, geeft alleen maar meer file in hun hoofd. Informatie komt via een nauwe doorgang in hun brein terecht. Het vraagt tijd om het te sorteren, te verwerken. Stel één vraag en wacht.
Wat is de context? Leer het hen!
Ben neemt de dingen letterlijk. Een uitspraak als: ‘ik ga nog een paar minuten lezen’ betekent dat Ben na twee minuten bij Annelies staat om te zeggen dat het lezen afgelopen is. Ben is voortdurend op zoek naar het kunnen begrijpen van de context. Hij leert ontzettend snel, dat wel. Maar hij moet datgene wat Annelies spontaan aanvoelt, zich stap voor stap eigen kunnen maken. Voor iemand die geen Asperger heeft, is dit onbegrijpelijk. Als iemand weent, dan kan dat veel betekenen: iemand kan verdrietig zijn, maar ook blij, of ontroerd, of… Hoe weet je waarom iemand weent?
Soms is Ben heel ontvankelijk om te leren, soms minder. Annelies moet al haar geduld, aanpassingsvermogen, intuïtie, creativiteit… inzetten om hiermee te leren omgaan. Toch groeit Ben enorm. Omdat hij zo graag wil groeien. En zolang deze drive er is, komen ze ergens. Soms met hulp, soms op hun eentje.
Detail versus geheel: wacht gewoon even
Annelies krijgt er de kriebels van soms. Dan heeft ze enorm haar best gedaan om alles netjes te maken thuis, maar het eerste wat Ben ziet, is een stoel die nog een beetje scheef staat. Niet de hele living, die blinkt als een spiegel. Niet de inspanning die Annelies heeft gedaan. Enkel die stoel. Annelies heeft ook hier geleerd om te wachten. Ben heeft gewoon meer tijd nodig om het geheel te zien. Als ze hem de kans geeft om die stoel netjes te zetten en er even op ingaat, dan is Ben klaar om ook het geheel te bekijken. Dan krijgt Annelies ook de erkenning waar ze behoefte aan heeft. Soms moet ze Ben een zetje geven, maar dan komt het ook wel.
Het gaat niet altijd op die manier. In sociale situaties gaat het soms veel moeizamer. Ben ziet soms niet alle stukjes van de puzzel. Dat maakt het ingewikkeld. Annelies overziet heel snel de hele situatie. Ben blijft hangen aan één element ervan en houdt niet op vooraleer dit ene deel is opgelost. Heel frustrerend soms. En vaak ook heel moeilijk voor de anderen om het te snappen. Soms is het beter als mensen mogen weten dat Ben Asperger heeft. Op die manier kunnen ze dingen plaatsen. Soms maakt het de zaak nog moeilijker, omdat niet iedereen weet hoe er goed mee om te gaan. Ben is allergisch voor betutteling. Mensen bedoelen het goed. Maar het komt niet binnen. Ben is geen kind. Hij kan tegen een stootje. En hij moet mee in de wereld zoals die is. Het is een hele zoektocht, met vallen en opstaan.
Overprikkeling: creëer rust
Annelies heeft leren zien wanneer het licht bij Ben op ‘oranje’ staat. Dan weet ze dat ze moet opletten. Laat hem met rust. Geef hem liefde. Laat hem zien dat je van hem houdt. Creëer rust om hem heen. Geen overbodige prikkels. Geen extra vragen. Geen thema’s aansnijden die moeilijk liggen. Hou de prikkels zoveel mogelijk van hem weg.
Het kan plots gebeuren. Plots zit Ben in oranje of rood. Schijnbaar zomaar uit het niets. Er is altijd wel een aanleiding, maar die is niet meteen duidelijk. Als Ben in het rood zit, dan klapt hij dicht. Of hij ontploft, voor even. Annelies laat hem nu ontploffen en probeert het niet persoonlijk te nemen. Dat lukt niet altijd uiteraard. ‘Ik ben ook maar een mens. Ik zit ook wel eens in het oranje of in het rood. Wie komt mij dan helpen?’ Soms ontploft Annelies nog mee als Ben ontploft. Dan is het haar teveel. Maar het duurt minder lang als vroeger en dat is een pluspunt. Ze leren samen wat er hen terug in het ‘groen’ brengt. Nadien er samen over praten, is hun grote kracht. Ze willen samen vooruit. En dat gebeurt ook, stap voor stap.
Inlevingsvermogen: leer hen de context
Het is raar. Ben heeft eigenlijk een zeer groot inlevingsvermogen, soms griezelig groot. Het klopt niet met wat er over mensen met Asperger geschreven wordt. Ze worden ten onrechte afgeschreven als het om empathie gaat. Ben heeft heel veel empathie. Het doet hem vaak de das om. Hij moet eerder leren met die empathie omgaan, ze leren doseren, leren wanneer hij moet spreken, wanneer hij moet luisteren, wanneer hij moet wachten omdat iemand er niet aan toe is om iets te horen.
Disharmonisch profiel: accepteer
Annelies had de chips opgegeten. Maar er waren er nog, dus had ze er geen erg in gehad. Ben was boven aan het werk. Annelies zat beneden tv te kijken. Ze had zin in chips. Ze wou wel delen met Ben, maar hij was er nu niet. ‘Straks kan hij die andere chips eten als hij het wil.’ Maar dat was buiten Ben gerekend. Het waren niet dezelfde chips als deze die Annelies had opgegeten. En hij had voorzien dat ze SAMEN die chips zouden eten. Gevolg: een boze, mokkende Ben… Je verwacht dit niet van iemand met een IQ dat ver boven het gemiddelde ligt. Annelies leert hiermee leven. Hij is wie hij is. Zij is ook niet zo harmonisch wellicht. Zij kan ook kinderlijk reageren bij momenten. We zijn allemaal mensen.
Annelies voelt zich beetje bij beetje sterker worden in deze relatie. Ze heeft leren voor zichzelf op te komen. Zij heeft geleerd zichzelf niet meer te verliezen. Ze past zich aan waar ze kan, maar ze trekt ook de grens. Soms is dat knokken, want Ben kan behoorlijk vasthoudend zijn. Ook Ben past zich aan, soms heel veel. Hij groeit sterk. Sommige dingen lopen goed, andere geraken nog niet opgelost. Ben of zij zelf, zijn nog niet zover in dit geval. So be it. Dat is het leven.
Veel structuur geven. Vaak dingen herhalen. Kijken naar wat wél kan. Op zoek gaan naar Bens capaciteiten en van daaruit vertrekken, steeds weer. Niet steeds inzoomen op het probleem, dat maakt het alleen maar erger. Tijd nemen om elkaars taal te leren. Concreet zijn. Tijd geven. Geduld hebben. Leren wachten. Afstemmen op elkaar, steeds weer opnieuw. En vooral: de wil hebben om te slagen.
Ben en Annelies redden het wel samen. Beetje bij beetje bouwen ze hun leven op. Kan iedereen dit leren? Geen idee. Maar het is de moeite waard om het uit te testen. Mensen met Asperger zijn kwetsbaar. Ze zitten echter boordevol capaciteiten. Asperger is geen ziekte. Het is normaal menselijk gedrag dat hier en daar extremer is dan bij de gemiddelde mens. Het is een beetje ‘anders’. So what?
onze trainingen!